Fiori Di Folia
Categorie : dans beweging
Genre : renaissance dansgroep
Fiori di Folia houdt zich bezig met dansen uit de renaissance - vanaf de tweede helft van de 15e eeuw tot ongeveer 1600 - en uit de barok (17e en 18e eeuw).
Programma's:
Fiori di Folia kan geheel op maat programma's in verschillende dansstijlen aanbieden.
Zo kan het accent liggen op een 'ballroom-sfeer', desgewenst met participatie van het publiek.
Een programma kan echter ook meer theatraal van opzet zijn, er kan een bepaald thema uitgelicht worden of er kan een dansdemonstratie gegeven worden die een globaal overzicht van diverse periodes en stijlen laat zien.
Daarnaast verzorgt Fiori di Folia op verzoek een programma met meer volkse dansen in de sfeer van Breughel.
Waar mogelijk werkt de groep met levende muziek.
Fiori di Folia:
De groep ontleent haar naam aan het professionele dansensemble waarvan Dorothée Wortelboer artistiek leidster is: Folia.
Aangezien leden van de groep soms ingezet worden in producties van Folia, was het logisch deze een verwante naam te geven.
De dansers zijn vrijwel allen mensen die zich zowel intensief met historische dans als ook met andere dansvormen bezig houden.
In een enkel geval is dans ook hun beroep; voor anderen vormt dans, naast hun beroep of studie, een soms geheel uit de hand gelopen hobby.
Fiori di Folia staat onder leiding van historisch dansspecialiste Dorothée Wortelboer en heeft tot doel zeer gevorderde en getalenteerde amateurdansers de gelegenheid te geven op te treden voor publiek en de dansen waaraan zij regelmatig werken uit te voeren in kostuum en eventueel in een theatrale setting. Hoewel de groep een vaste kern heeft, kan ze waar nodig met meerdere dansers uitgebreid worden.
Liefde voor de historische dans gaat vaak samen met een hartstochtelijke belangstelling voor de kostuums en de etiquette uit de betreffende eeuwen.
Sommige leden van de groep zijn dan ook evenzeer getalenteerde kostumiers als dansers.
Een stukje dansgeschiedenis
Dans was in adellijke en rijke burgermansfamilies in vroeger eeuwen een alomtegenwoordig element, zowel in de opvoeding als in het dagelijks leven.
Kinderen leerden van jongs af aan dansen zoals ze ook lezen en schrijven leerden en voor volwassen vrouwen was dans de enige vorm van fysieke inspanning die hen was toegestaan.
De vroegst bekende geschriften over dans dateren uit de 2e helft van de 15e eeuw.
De inhoud van de dansboeken varieert van redelijk gedetailleerde hoofdstukken over stijl, de gebruikte passen, beschrijvingen van diverse dansen plus de daarbij horende muziek, tot min of meer obscure aanduidingen van dansfiguren met nergens beschreven passen en zonder enige notatie van de muziek.
De ons bekende dansen zijn voornamelijk afkomstig uit Italiaanse en Franse bronnen.
Nederlandse bronnen zijn er pas vanaf de tweede helft van de 18e eeuw in de vorm van bundeltjes met de dan al lang zeer populaire contredances.
De dans rond 1475
De dansen uit de late 15e eeuw (in het zuiden al renaissance, in de Lage Landen nog late middeleeuwen) vallen uiteen in drie categorieën.
De eerste is die van de prachtige, esthetische, soms bijna abstract aandoende basses danses.
Daartegenover staan de vrolijke balli, waarin vaak een spel tussen de diverse dansers plaatsvindt.
De derde categorie bestaat uit dansen die bestaan uit bassa danza- en ballo-achtige deeltjes.
De overgangen in ritme en karakter maken deze laatste dansen, ook op het muzikale vlak, tot een spannend geheel.
De periode van 1560 tot 1630
Was de danscultuur in de 15e eeuw al bloeiend, in de 16e eeuw neemt ze een hoge vlucht.
Er wordt een uitgebreid passenvocabulaire ontwikkeld, vrijwel alle dansen bestaan uit diverse figuren in soms vier verschillende ritmes.
Naast de dansen voor een paar of voor drie, vier of meer dansers ontstaan ook de eerste dansen die eveneens als solo uitgevoerd kunnen worden: de gagliarda en de canario.
Het voetenwerk is vaak snel en virtuoos.
De bronnen zijn in deze periode vrijwel uitsluitend van Italiaanse herkomst.
De periode 1650 - 1775
In de loop van de 17e eeuw ontwikkelt zich de Franse barokstijl naast de Italiaanse stijl uit de late renaissance.
Samen met de stijlveranderingen in muziek, architectuur, schilderkunst, evolueert ook wederom de danskunst.
De techniek met zijn uitdraai, doorstrekken en balansposities is nog steeds de basis voor het klassieke ballet.
Opmerking:
Vanwege de dure hofkostuums die zij hebben, de kwetsbaarheid daarvan en het ingewikkelde haarwerk voor de dames is een goede kleedruimte van belang.
Buiten optredens kunnen alleen bij droog weer of op een overkapt podium.